Staken mag geen gevolgen hebben voor WW
Staken mag geen gevolgen hebben voor WW
De zaak betrof enkele ex-werknemers van voormalige vangrailproducent Prins Dokkum. In 2013 voerden de werknemers actie tegen de sluiting van hun fabriek. In totaal werd er door de werknemers veertien dagen gestaakt. Hun acties hadden geen succes. De fabriek werd gesloten en de werknemers belandden in de WW, waar ze een lagere uitkering kregen: vanwege de stakingsdagen kwam het UWV onder de toen geldige regelgeving op een lager dagloon uit.
Volgens de Centrale Raad van Beroep kan het feit dat het gebruik maken van het stakingsrecht tot gevolg kan hebben dat de WW-uitkering lager uitvalt, werknemers weerhouden deel te nemen aan een staking. Werknemers worden aldus (indirect) beperkt in hun stakingsrecht. Het meetellen van de stakingsdagen als loondagen zonder daar (vervangend) loon tegenover te stellen bij de berekening van het dagloon is volgens de Centrale Raad van Beroep in strijd met het stakingsrecht dat werknemers hebben op grond van het Europees Sociaal handvest. De Centrale Raad van Beroep heeft bepaald dat het UWV voor deze stakende werknemers het dagloon opnieuw moet vaststellen. Daarbij moet het UWV alvast de nieuwe berekeningsmethode hanteren die is neergelegd in het aangepaste Dagloonbesluit werknemersverzekeringen.
Bron: CRvB 5-04-2017