Niet de omzet is bepalend
Een bv exploiteert sinds 2016 volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel een aannemersbedrijf op het gebied van tuinen, bestratingswerk, grondwerkzaamheden en rioleringen. Voor een deel van deze werkzaamheden, voornamelijk bestratingswerk, huurt zij arbeidskrachten van derden in.
De inspecteur doet een onderzoek bij de bv. Hij constateert dat de kernactiviteiten van de bv zijn het aannemen en uitvoeren van de aanleg van tuinen, het uitvoeren van onderhoud aan tuinen, het aannemen en uitvoeren van bestratingswerkzaamheden en het aannemen en uitvoeren van rioleringswerkzaamheden. De inspecteur komt tot de conclusie dat het grootste deel van de omzet is toe te delen aan de bestratingswerkzaamheden, die ressorteren onder sector 3, Bouwbedrijf.
Voor Hof Den Haag is in geschil of de bv terecht ingedeeld moet worden in sector 3. Volgens het hof is een onderneming van rechtswege aangesloten bij de sector waartoe de werkzaamheden behoren waarvoor zij als werkgever in de regel het grootste bedrag aan premieplichtig loon betaalt of zal betalen. Anders dan de inspecteur stelt, is het hof van mening dat alleen de werkzaamheden relevant zijn waarvoor de bv loon uit dienstbetrekking betaalt waarover zij premie verschuldigd is. Niet relevant zijn de werkzaamheden waarvoor de bv arbeidskrachten van derden inhuurt (en waarvoor een andere werkgever, de uitlener, premieplichtig is). De werkzaamheden waarvoor de bv loon betaalt waarover premie verschuldigd is, bestaan hoofdzakelijk uit hovenierswerk. De bv dient dus volgens het hof bij sector 1, Agrarisch bedrijf, te worden aangesloten.
Bron: Hof Den Haag, 20-04-2017