Kosten voor rijbewijs geen scholingsuitgaven
Kosten voor rijbewijs geen scholingsuitgaven
Een ziekenverzorger volgt rijlessen zodat hij zijn cliënte met de auto kan vervoeren als de patiënt, die MS heeft, dat zelf niet meer kan. Hij wenst de kosten voor het behalen van een rijbewijs op zijn inkomen in mindering te brengen als scholingsuitgaven voor het volgen van een opleiding of studie met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning. Het hof aanvaardt de stelling dat de ziekenverzorger de rijlessen heeft gevolgd met als uitsluitend oogmerk om, als onderdeel van zijn zorgtaken, zijn cliënte te kunnen vervoeren en dat hij anders zijn werk – en daarmee zijn inkomen – in ieder geval voor een deel zou hebben verloren. Het door de wet vereiste oogmerk, te weten dat de uitgaven moeten zijn gedaan ‘met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning’ staat daarmee vast. Dat is een gegeven. Toch vormen de uitgaven volgens het hof geen scholingsuitgaven. De uitgaven voor het behalen van een regulier rijbewijs strekken tot algemene en duurzame verbetering van de persoonlijke uitrusting van de houder van het rijbewijs. Het causale verband tussen de uitgaven en deze duurzame verbetering is derhalve eveneens een gegeven. Naar het oordeel van het hof moet als regel worden aanvaard, dat de subjectieve wensen en doelen van de belastingplichtige bij het behalen van een regulier rijbewijs een ondergeschikte rol spelen; niet relevant is of de belastingplichtige de wens of het oogmerk had zijn persoonlijke uitrusting te verbeteren. Deze verbetering is – objectief gezien – een feit, en het rijbewijs, eenmaal behaald, kan ook buiten de specifieke arbeidsverhouding worden gebruikt. Dat geldt ook voor de kennis opgedaan met een beroepsopleiding. Maar anders dan bij beroepsopleidingen strekken autorijlessen ter verrijking van de persoonlijke uitrusting. Bij beroepsopleidingen is de persoonlijke verrijking een onvermijdbaar bijproduct van de professionele verrijking (de opleiding tot arts, jurist of loodgieter), die doorslaggevend en overheersend is. Dat kan niet gezegd worden van het behalen of het bezit van een rijbewijs.
Bron: Hof Amsterdam 18-05-2017