Wanneer eindigt opting-in?
Wanneer eindigt opting-in?
Een ziekenverzorgster geniet, als verzorgende van haar moeder, inkomsten uit hoofde van werkzaamheden ter zake van het Persoons Gebonden Budget (PGB) dat aan de budgethouder is toegekend. Bij aanvang van de werkzaamheden in 2008 heeft zij gebruik gemaakt van de zogenoemde opting-inregeling en ervoor gekozen de arbeidsverhouding aan te laten merken als een fictieve dienstbetrekking. Een zogenoemde verklaring opting-in van 17 oktober 2008 behoort tot de gedingstukken, waarin de budgethouder en de ziekenverzorgster het Servicecentrum PGB (onderdeel van de SVB) machtigt om loonheffing en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet in te houden en af te dragen.
De ziekenverzorgster geeft voor het jaar 2013 in haar aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen de inkomsten uit het PGB als resultaat uit overige werkzaamheden op. Daarbij brengt zij kosten op het resultaat in mindering. De inspecteur accepteert dit niet, hij merkt de inkomsten uit het PGB aan als loon uit dienstbetrekking en laat de kosten niet in aftrek toe. Naar het oordeel van het hof is de Verklaring opting-in een gezamenlijke verklaring als bedoeld in de opting-inregeling. Een Verklaring opting-in blijft van kracht totdat zij wordt opgezegd. Dat de Verklaring opting-in is opgezegd, is echter gesteld noch gebleken. Mitsdien gold de Verklaring opting-in (ook) voor het jaar 2013 en wordt de arbeidsverhouding tussen de ziekenverzorgster en haar moeder als een dienstbetrekking beschouwd.
Bron: Hof Den Haag 19-04-2017