Geen ontbinding wegens disfunctioneren
Geen ontbinding wegens disfunctioneren
Een werknemer is op 2 november 2014 met een jaarcontract bij Bakkersland in dienst getreden als teamleider. Het jaarcontract wordt op 2 november 2015 verlengd en vervolgens van 2 mei 2016 tot 30 oktober 2016. Daarna is de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd voortgezet. In die tijd hebben diverse evaluatie- c.q. voortgangsgesprekken plaatsgevonden. Op verzoek van de werkgever is de werknemer een coachingtraject ingegaan dat niet geheel naar wens verliep. Uiteindelijk wordt de werknemer op 29 mei 2017 op non-actief gesteld. Bakkersland verzoekt de kantonrechter vervolgens de arbeidsovereenkomst te ontbinden: primair vanwege disfunctioneren en subsidiair vanwege een verstoorde arbeidsverhouding
Volgens de kantonrechter is functioneerde de werknemer kennelijk naar behoren. Uit de diverse gesprekken is gebleken dat Bakkersland kritisch was over de leidinggevende capaciteiten van de werknemer. Uit die gesprekken blijkt echter niet dat er gericht gewerkt is aan concrete verbeterpunten in het functioneren van de werknemer. Kort gezegd: een verbeterplan heeft al die tijd ontbroken. Het functioneren van de werknemer was kennelijk niet onder de maat, want Bakkersland heeft de arbeidsovereenkomst tweemaal voor bepaalde tijd en aansluitend voor onbepaalde tijd voortgezet. Disfunctioneren is dan ook geen reden om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Vanwege de verstoorde arbeidsverhouding kan de arbeidsovereenkomst per 31 augustus 2017 worden ontbonden. De werknemer erkent immers dat de arbeidsverhoudingen zijn verstoord en dat hij geen mogelijkheid meer ziet om voor Bakkersland te blijven werken.
Naast de transitievergoeding ontvangt de werknemer een billijke vergoeding omdat Bakkersland een ernstig verwijt moet worden gemaakt over de verstoorde arbeidsverhouding. Door iedere twee weken in gesprekken kritisch te zijn naar de werknemer maar wel iedere keer het contract voort te zetten, is de verstoorde arbeidsverhouding te wijten aan Bakkersland. Daarbij komt dat het coachingtraject alle kenmerken heeft van een (aanloop naar een) exit-traject, aangezien reeds na één sessie door een leidinggevende van Bakkersland met de werknemer is besproken dat er weinig vooruitgang geboekt wordt. Bovendien heeft Bakkersland na iets meer dan een maand, nog voordat het traject was afgerond, reeds besloten om de arbeidsovereenkomst met werknemer te beëindigen en hem vrij te stellen van werkzaamheden. De rechter kent een billijke vergoeding toe van bruto € 12.000.
Bron: Rb. Limburg 10-08-2017