Raad van State kritisch over uitvoering derde WW-jaar
Raad van State kritisch over uitvoering derde WW-jaar
Allereerst heeft de Raad van State bedenkingen bij de gekozen oplossing van tien verzamel-cao’s. Die oplossing is gekozen omdat één nationale verzamel-cao niet mogelijk zou zijn, omdat daarmee buiten het kader wordt getreden van de Wet op het verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten. Volgens de Raad van State is niet duidelijk waarom een landelijk dekkend stelsel van tien verzamel-cao’s wél verenigbaar is met de Wet AVV. Volgens de Raad van State is er inhoudelijk geen verschil tussen één nationale verzamel-cao en tien verzamel-cao’s met landelijke dekking.
Daarnaast heeft de Raad van State bezwaar tegen de redenering dat bepalingen uit de verzamel-cao’s algemeen verbindend verklaard kunnen worden, als zij aan het daartoe opgestelde toetsingskader voldoen. Dit miskent dat de afweging van het algemeen belang bij een algemeen verbindende publieke regeling breder is dan de afweging van belangen voor specifieke groepen van werkgevers en werknemers, zoals bij een cao gebruikelijk is. Een dergelijke regeling leidt ertoe dat het algemeen belang van werknemers zowel door middel van een publieke als een privaatrechtelijke regeling kan worden nagestreefd en verbindend opgelegd. Dit leidt tot een vorm van pseudowetgeving.
Aangezien het beoogde resultaat ook binnen het bestaande cao-stelsel kan worden bereikt, adviseert de Afdeling advisering om af te zien van het gebruik van het instrument van de verzamel-cao.
Bron: RvS, 25 september 2017