Lage-inkomensvoordeel aangewend voor blijfbonus
Werkgeversvereniging WFC en vakbond Qlix zijn onlangs een principeakkoord overeengekomen voor de cao Facilitaire Contactcenters. Deze cao, met een looptijd van 1 november 2017 tot en met 30 oktober 2019, is de eerste cao sinds 2012. Sindsdien was het niet gelukt met de grotere bonden een cao-akkoord tot stand te brengen.
Een opmerkelijke afspraak in het tot stand gekomen principeakkoord is een blijfbonus. Sinds 1 januari 2017 kunnen werkgevers aanspraak maken op het lage-inkomensvoordeel. Afgesproken is dat als de werkgever voor dit voordeel in aanmerking komt, dat dan 60% van dit voordeel in de vorm van een blijfbonus richting alle medewerkers zal gaan. Dit zal worden uitgekeerd in de vorm van een eenmalige uitkering.
Over 2017 krijgt een werkgever een lage-inkomensvoordeel als hij werknemers in dienst heeft met een gemiddeld uurloon tussen € 9,66 en € 12,08 en mits voor die werknemer minimaal 1248 verloonde uren zijn opgenomen in de aangifte. Het lage-inkomensvoordeel bedraagt € 1,01 per verloond uur (met een maximum van € 2.000 per jaar) bij een uurloon tot € 10,63 en € 0,51 per verloond uur (met een maximum van € 1.000) bij een loon tussen € 10,63 en € 12,08. Een groot deel van de beloningen volgens de cao Facilitaire Contactcenters bevindt zich binnen die grenzen.
Indien de werkgever in aanmerking komt voor het lage-inkomensvoordeel, dan zal het lage-inkomensvoordeel over 2017 op zijn vroegst september 2018 worden uitgekeerd door de Belastingdienst. De blijfbonus zal dan volgens de afspraak in het principeakkoord in de volgende maand worden uitgekeerd. Om in aanmerking te komen voor de blijfbonus moet de werknemer in dienst zijn op de 1e van de maand waarin de bonus wordt uitbetaald en minimaal zes maanden in dienst zijn geweest in het refertejaar.
Bron: Callcentercao.nl, 12-10-2017