Box 3-heffing over 2014 te hoog
Box 3-heffing over 2014 te hoog
Het hof haalde eerdere arresten aan, waarin de Hoge Raad had geoordeeld dat het forfaitair rendement van 4% pas in strijd is met het EVRM als dit rendement gedurende een lange reeks van jaren niet meer valt te halen. In het jaar 2011 was volgens de Hoge Raad nog niet voldaan aan deze voorwaarde. Zie: ‘Hoge Raad houdt box 3 in stand’. Hof Amsterdam heeft nu gekeken naar het jaar 2014. Volgens het hof is van belang welk reëel rendement een particulier die weinig risico wil nemen, kan behalen gedurende een lange reeks van jaren. De rechter ging daarbij mede uit van een overzicht in het eindrapport van de Commissie Van Dijkhuizen ‘Naar een activerender belastingstelsel’. Uit dit overzicht blijkt dat over de jaren 2001 – 2012 het gemiddelde jaarlijkse reële rendement op spaarrekeningen 0,5% was. Het hof leidt uit dit aanzienlijke verschil af dat in 2014 de risicomijdende particuliere belegger over een lange periode geen reëel rendement van 4% had kunnen behalen. De box 3-heffing van 1,2% (forfaitair rendement x 30% belasting) was in 2014 geen proportionele heffing meer. Het hof liet echter de aanslag in stand. Het wil namelijk de wetgever enige tijd gunnen om de situatie die op zichzelf een schending van het eigendomsrecht vormt, te beëindigen. Daarbij wees het hof op de gewijzigde box 3-heffing per 1 januari 2017. Voor rechtsherstel zal men naar een hogere rechter moeten stappen.
Bron: Hof Amsterdam 16-01-2018