Eigen declaratierecht niet noodzakelijk voor ondernemerschap
Deelnemers aan een samenwerkingsverband kunnen in fiscale zin ook ondernemer zijn als zij geen eigen declaratierecht hebben, zo blijkt uit een uitspraak van de Hoge Raad.
Het ging in deze zaak om een maatschap van medisch specialisten. Eén van de maten stond in het BIG-register ingeschreven als arts en tandarts. Zij was in dienstbetrekking bij een bedrijf en verrichte daarnaast als arts diverse medische specialistische handelingen in een ziekenhuis. Deze werkzaamheden voerde zij uit namens de maatschap en zij stuurde hiervoor declaraties op naam van de maatschap naar het ziekenhuis. Het ziekenhuis controleerde en ondertekende de declaraties en stuurde deze door naar de zorgverzekeraar, waarna het ziekenhuis 50% van het aan de zorgverzekeraar gedeclareerde bedrag aan haar uitbetaalde.
Volgens de Belastingdienst was er in deze zaak geen sprake van fiscaal ondernemerschap met betrekking tot de werkzaamheden van de arts voor het ziekenhuis. De inspecteur stelde namelijk dat niet was voldaan aan het zelfstandigheidscriterium. Maar de Hoge Raad oordeelde dat het feit dat de vrouw op naam van de maatschap declareerde, niet uitsloot dat zij voldeed aan het zelfstandigheidscriterium. Dat de vrouw maar 50% van de declaratie ontving, deed hier niets aan af. Daarnaast constateerde de Hoge Raad dat de vrouw risico liep, aangezien het ziekenhuis haar niet betaalde als ze geen werkzaamheden verrichte. Omdat niets was vastgesteld over de continuïteit van de werkzaamheden van de vrouw, verwees de Hoge Raad de zaak door naar Hof ’s-Hertogenbosch om een en ander te onderzoeken.
Bron: HR 30-11-2018