Dochter behoorde niet meer tot het huishouden
Op basis van de uitzendregeling kan een woning in Nederland als eigen woning blijven kwalificeren. Een voorwaarde is dat de woning dan niet aan derden ter beschikking wordt gesteld. Volgens Hof Den Bosch wordt aan die voorwaarde niet voldaan indien een meerderjarig kind die voor de uitzending al het ouderlijk huis had verlaten tijdelijk de woning betrekt.
Een militair was vanaf 2011 uitgezonden naar Turkije en daarna naar Italië. Zijn vrouw bleef eerst achter in zijn eigen woning in Nederland, maar woonde vanaf 4 januari 2014 bij haar man in Italië. Hun dochter, die vanwege haar studie het ouderlijke huis in 2010 had verlaten, betrok op 10 maart 2014 weer de woning van haar haar ouders. Tot 7 mei 2014 was de woning haar hoofdverblijf. De inspecteur meent dat door deze omstandigheid de woning in Nederland voor de man vanaf 10 maart 2014 geen eigen woning meer is. Een van de voorwaarden voor de toepassing van de uitzendregeling is namelijk dat de eigenaar de woning niet ter beschikking stelt aan derden. Volgens de inspecteur is de dochter in dit geval een derde omdat zij voordat de militair werd uitgezonden al niet meer tot het huishouden behoorde. De man betwist dit.
Hof Den Bosch betrekt in zijn oordeel een goedkeuring van de staatssecretaris van Financiën op grond waarvan kinderen van belastingplichtigen de woning mogen blijven bewonen. Deze kinderen moeten echter direct voorafgaand aan de uitzending tot het huishouden van de belastingplichtige behoren. In dit geval behoorde de dochter als uitwonende student niet meer tot het huishouden van haar vader. Het hof vindt zelfs niet aannemelijk dat de dochter na 10 maart 2014 weer deel uitmaakt van het huishouden van de man. Dat de militair en zijn vrouw gedurende de uitzending geregeld naar Nederland gingen en dan in hun woning verbleven, betekent nog niet dat sprake was van een gemeenschappelijke huishouding met hun dochter. De huishouding van de man en zijn echtgenoot bleef volgens het hof in Italië. De dochter kwalificeert dus als een derde, zodat de uitzendregeling in de desbetreffende periode niet van toepassing was.
Bron: Hof Den Bosch 24-10-2019 (publ. 29-11-2019)