Pilot vrijstelling tewerkstellingsvergunning voor startups
Het ministerie van Sociale Zaken wil een pilot starten waardoor startende, innovatieve bedrijven met schaalbare bedrijfsactiviteiten beter in staat zijn om essentieel personeel uit landen buiten de EER aan te trekken om zo de kenniseconomie te stimuleren. Hiertoe moeten het Buwav en het Vreemdelingenbesluit 2000 worden gewijzigd. Deze wijzigingen liggen ter consultatie voor.
Uit onderzoek is gebleken dat voor jonge, innovatieve bedrijven (startups) de eerste personeelsleden vaak essentieel zijn voor het succesvol opschalen van de bedrijfsactiviteiten. Op dit moment is het voor deze bedrijven lastig om daarvoor ondernemend talent uit het buitenland aan te trekken doordat de salariseisen van de kennismigrantenregeling voor jonge, innovatieve bedrijven in deze fase erg hoog liggen.
Om de kenniseconomie te stimuleren wordt met de wijziging van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen (BuWav) en het Vreemdelingenbesluit 2000, een pilot geïntroduceerd die startups beter in staat stelt om essentieel personeel voor hun bedrijf aan te trekken. Deze groep wordt vrijgesteld van de tewerkstellingsvergunningplicht.
De regeling is gericht op startups voor wie de kennismigrantensalarissen nog te hoog zijn. Om te bezien of het kennismigrantensalaris nog te hoog is zal gekeken worden naar de hoogte van de salarissen van de huidige werknemers van de startup. Deze moeten liggen onder het salariscriterium voor kennismigranten. Daarnaast mag de startup uit niet meer dan vijftien werknemers bestaan.
Op basis van het in het Voorschrift Vreemdelingen opgenomen toetsingskader beoordeelt de RVO de startup op innovatief vermogen, schaalbaarheid van bedrijfsactiviteiten, de financiële positie, draagkracht en structuur van de onderneming. Daarnaast wordt door de RVO getoetst of het personeelslid beschikking krijgt over een medewerkersparticipatie in het bedrijf. Daarmee deelt de werknemer in de kansen en risico’s van de onderneming. Deze medewerkersparticipatie dient aantoonbaar contractueel te zijn vastgelegd. Deze beloningsstructuur brengt tot uitdrukking dat dit personeel essentieel is voor de startup om snel verder te kunnen groeien; een ondernemer geeft zonder noodzaak liever geen deel van zijn onderneming weg. Het advies van de RVO is doorslaggevend voor verdere behandeling van de aanvraag om de verblijfsvergunning.
Het verlaagde salariscriterium bedraagt ten tijde van de publicatie van dit besluit € 2.423 bruto per maand en er wordt geen opleidingsvereiste aan de medewerker gesteld. De vrijstelling op deze grond is van toepassing op ten hoogste vijf vreemdelingen die werkzaamheden verrichten voor de onderneming. De startup kan niet langer dan drie jaar gebruik maken van de regeling gerekend vanaf het moment van de eerste aanvraag van een verblijfsvergunning onder deze regeling. De pilot kent een looptijd van drie jaar en wordt tussentijds geëvalueerd.
Familie- en gezinsleden van essentieel personeel van de startup krijgen met de wijziging van artikel 2 van het BuWav, de arbeidsmarktaantekening ‘arbeid toegestaan, tewerkstellingsvergunning niet vereist’. Hierdoor kunnen familie- of gezinsleden werken zonder in het bezit te hoeven zijn van een tewerkstellingsvergunning of gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid. Deze arbeidsmarktaantekening geldt zolang het essentieel personeel van de startup is vrijgesteld van de tewerkstellingsvergunningplicht.
Er kan tot 11 augustus 2020 op de internetconsultatie worden gereageerd.
Bron: Min. SZW 14-07-2020, internetconsultatie