Verschoonbare termijnoverschrijding van vijf jaar
Verschoonbare termijnoverschrijding van vijf jaar
Een man heeft sinds 1993 de economische eigendom van enkele onroerende zaken. Verder houdt hij aandelen in een besloten vennootschap en bezit hij een Nederlandse lijfrenteverzekering. In 2002 verhuist hij naar Zuid-Afrika. De inspecteur stuurt over de jaren 2004 – 2006 geen uitnodigingen tot het doen van aangiften IB. Over de jaren 2007-2012 doet hij dat wel weer en wel naar het adres van de man zoals dat in de basisadministratie is opgenomen. In 2004 is de man echter binnen Zuid-Afrika verhuisd en heeft hij zijn nieuwe adres niet doorgegeven. De uitnodigingen tot het doen van aangiften en ook de uiteindelijk ambtshalve opgelegde aanslagen ontvangt hij daarom niet. Op 14 maart 2016 wordt executoriaal beslag gelegd op de onroerende zaken van de man in Nederland. Dan reageert de man pas door bezwaar aan te tekenen. De inspecteur verklaart de man wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk in zijn bezwaar. De man is van mening dat de termijnoverschrijding in zijn situatie verschoonbaar is en gaat in beroep.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt de man in het gelijk. Volgens de rechtbank hoort het niet voor rekening van de man te komen dat hij, door abusievelijk zijn nieuwe adres in 2004 niet door te geven, de aanslagen pas vijf jaar na zijn verhuizing heeft ontvangen. De termijnoverschrijding is volgens de rechtbank, rekening houdend met alle omstandigheden, niet aan de man toe te rekenen. Onder andere acht de rechtbank daarbij van belang dat de inspecteur geen actie heeft ondernomen om het risico op verzending naar een onjuist (buitenlands) adres te beperken. De man wordt in het gelijk gesteld. De inspecteur dient nieuwe uitspraken op de bezwaren van de man te doen.
Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 22-03-2017 (gepubl. 02-80-2017)