Jacquet geen werkkleding
Jacquet geen werkkleding
Een predikant had een jacquet aangeschaft voor ruim € 350. Het jacquet stelde hij uitsluitend te dragen tijdens de uitoefening van zijn ambt als predikant. In geschil is of de kosten voor aanschaf van het jacquet in aftrek kunnen worden gebracht op het door de predikant in 2013 genoten inkomen in de zin van de Wet IB 2001. Volgens de predikant is dit het geval, omdat hij het jacquet alleen draagt tijdens zijn werkzaamheden als predikant. Maar dat was volgens de Rechtbank Gelderland niet het juiste criterium. De rechtbank maakt uit de parlementaire geschiedenis op dat de zinsnede ‘uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is om in het kader van de onderneming te worden gedragen’ een objectief criterium is. Dat wil zeggen dat er gekeken moet worden naar de objectieve kenmerken van het jacquet zelf. Dat de predikant het jacquet zelf alleen draagt tijdens zijn werkzaamheden als predikant is dus niet van belang. Het gaat erom of het jacquet geschikt is om tijdens andere gelegenheden te worden gedragen. Hiervan is volgens de rechtbank sprake. Weliswaar wordt een jacquet tegenwoordig niet vaak meer gedragen, maar het is volgens de rechtbank niet ongebruikelijk dat dergelijke kleding wordt gedragen tijdens onder meer huwelijksfeesten, begrafenissen en andere formele gebeurtenissen. Dit betekent dat het jacquet niet alleen tijdens het werk van de predikant kan worden gedragen en het derhalve niet kwalificeert als werkkleding. De rechtbank oordeelt dan ook dat de aanschafkosten van het jacquet niet aftrekbaar zijn.
Bron: Rb. Gelderland 22-11-2017