Terugbetaling voorfinanciering geen vergoeding
Terugbetaling voorfinanciering geen vergoeding
Een bv had in 2007 een perceel gekocht met daarop onder andere een woning en een landbouwschuur. De levering van deze onroerende zaak was vrijgesteld van btw. In de jaren 2007 tot en met 2011 liet de bv de woning verbouwen. De btw over de verbouwingskosten werd afgetrokken. De Belastingdienst was het hier niet mee eens omdat de bv de onroerende zaak niet zou gebruiken voor btw-belaste doeleinden. Een naheffingsaanslag werd opgelegd.
Volgens de rechtbank was de naheffing terecht. Het bleek namelijk dat de bv het perceel primair had gekocht om de aankoop te financieren ten behoeve van een vereniging. Daartoe had de bv de onroerende zaak in licentie overgedragen en verkocht aan de vereniging. De vereniging was de bv alleen een vergoeding verschuldigd die feitelijk neerkwam op de terugbetaling van de voorfinanciering. De rechtbank oordeelde dat de bv de onroerende zaak niet had gebruikt voor economische prestaties en geen recht had op vooraftrek.
Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 20-09-2017 (publ. 9-01-2018)