Inkomensverschillen onder laagopgeleiden het kleinst
De inkomensverschillen tussen huishoudens met een laag opgeleide hoofdkostwinner zijn kleiner dan die van huishoudens met een hoger opgeleide hoofdkostwinner. Ook herstelde het gemiddeld inkomen van huishoudens met een laag opgeleide hoofdkostwinner minder voorspoedig van de economische crisis.
Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe groter de inkomensongelijkheid. De inkomensverschillen tussen huishoudens met inkomen uit werk en uitkeringshuishoudens zijn namelijk relatief groot bij een hoog opleidingsniveau. De inkomensverschillen tussen werkenden en niet-werkenden zijn kleiner bij de laagopgeleiden, waardoor de inkomensongelijkheid bij hen naar verhouding laag is.
De inkomensongelijkheid binnen de drie onderscheiden opleidingsgroepen was redelijk stabiel tussen 2011 en 2016.
Het herstel van het gemiddeld gestandaardiseerd besteedbaar inkomen na 2013 verliep bij huishoudens met een laagopgeleide hoofdkostwinner minder voorspoedig dan bij andere huishoudens: bij hen lag in 2016 het gemiddelde inkomen 4,6% hoger dan in 2013. Bij huishoudens met een middelbaar of hoogopgeleide hoofdkostwinner was dat respectievelijk 5,3% en 5,7% hoger. Steeds meer mensen vonden na de crisis (weer) een baan. Bij hoogopgeleiden betekent dat meestal een grotere vooruitgang in inkomen dan bij lager opgeleiden.
Bron: CBS 7-06-2018