Geen laag btw-tarief ligplaatsen jachthaven
Volgens de Hoge Raad is het verlaagde btw-tarief (6%) niet van toepassing op de terbeschikkingstelling van ligplaatsen in een jachthaven. De exploitant meende dat er sprake was van het recht om gebruik te maken van een sportaccommodatie in de zin van de Btw-richtlijn. Volgens de Hoge Raad kan echter het ter beschikking stellen van ligplaatsen met gebruik van de diverse voorzieningen niet worden aangemerkt als recht gebruik te maken van een sportaccommodatie.
Een exploitant van een jachthaven stelt ligplaatsen voor zeil- en motorboten ter beschikking. De jachthaven heeft diverse voorzieningen (zoals toiletten, douches, afvaldepots, voorzieningen voor onderhoud en reparatie en laad/tappunten voor elektra en water aan boord) waarvan de huurders van de ligplaatsen gebruik mogen maken. In geschil is of het verlaagde btw-tarief (6%) van toepassing is op de liggelden op grond van post b.3 van Tabel 1, Wet OB 1968. De exploitant is namelijk van mening dat de terbeschikkingstelling van ligplaatsen kwalificeert als het recht om gebruik te maken van een sportaccommodatie (post 14, Bijlage III, Btw-richtlijn).
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat de prestatie waarop de liggelden ziet de verhuur van parkeerruimte behelst waarop het algemene btw-tarief (21%) van toepassing is. Volgens het hof volgt uit een uitspraak van het EU Hof van Justitie van 25 februari 2016 niet dat de verhuur van parkeerruimte voor boten kan worden beschouwd als het recht om gebruik te maken van een sportaccommodatie. Deze prestatie vormt ook niet het gelegenheid geven tot sportbeoefening aangezien het sporten niet plaatsvindt in de jachthaven, maar in open water. De Hoge Raad overweegt dat het geven van gelegenheid tot sportbeoefening als bedoeld in de wet OB 1968 uitgelegd moet worden in overeenstemming met de Btw-richtlijn. De Hoge Raad sluit zich bij het oordeel van het hof aan dat de ligplaatsen op zichzelf bezien niet bestemd zijn voor sportbeoefening en dat de voorzieningen van de jachthaven niet bestemd en nodig zijn voor de daadwerkelijke sportbeoefening met boten. Het ter beschikking stellen van ligplaatsen met gebruik van de diverse voorzieningen kan niet worden aangemerkt als recht gebruik te maken van een sportaccommodatie. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond.
Bron: HR 15-06-2018