NS-staking rond Schiphol beperkt door rechter
De rechter heeft zondag 26 mei in kort geding de algehele staking van dinsdag 28 mei rond Schiphol beperkt en bevolen dat er vier keer per uur een noodpendel moet rijden van en naar Schiphol.
Alle reizigers staan buiten het conflict, maar de rechter vond specifiek voor Schiphol dat een algehele staking voor te grote problemen zou zorgen waardoor er grote chaos dreigde rond de luchthaven. De rechter riep de machinisten en conducteurs op om voor ogen te houden dat de treinen dinsdag niet worden gebruikt om ministers te vervoeren. ‘Maar om ervoor te zorgen dat het succes van de staking niet wordt overschaduwd door berichtgeving over de puinhoop die er rond Schiphol kan ontstaan.’
Op grond van art. 6 lid 4 van het Europees Sociaal Handvest (ESH) is een staking in principe rechtmatig. Art. 6 lid 4 ESH heeft volgens een arrest van de Hoge Raad uit 1986 rechtstreekse werking. Dit betekent dat voor het waarborgen van een doeltreffende uitoefening van het sociaal grondrecht op collectief onderhandelen, werkgevers en werknemers het recht hebben op collectief optreden in gevallen van belangengeschillen, met inbegrip van het stakingsrecht.
De enige beperking ligt in art. G ESH. Dat artikel bepaalt dat een beperking op dit recht is toegestaan mits bij wet voorgeschreven en in een democratische samenleving noodzakelijk voor de bescherming van rechten en vrijheden van anderen en voor de bescherming van de openbare orde, de nationale veiligheid, de volksgezondheid of de goede zeden. In Nederland vormt art. 6:162 BW de invulling van deze beperking ‘die bij de wet is voorgeschreven en in een democratische samenleving noodzakelijk is.’ Bij de aangekondigde NS-staking heeft de veiligheid dus zwaar gewogen in de afweging van de rechter.
Bron: Rb. Noord-Holland 26-05-2019